De Katrol
  • Home
  • De Katrol
    • Over ons
    • Werkwijze
    • Doelgroep
    • Doelstellingen
    • De Katrol Oostende
    • Jaarverslagen >
      • De Katrol Oostende
      • Alle werkingen
  • De Katrol Oostende
  • Studenten en docenten
    • Aanbod >
      • Studiecultuur/klimaat binnen het gezin
      • Welzijn van het kind ( en ook ouder )
      • Volwassenwerking
      • Overleg - vorming en info momenten gelinkt aan stage opdrachten voor de student
    • Praktisch
    • Expertisecentrum >
      • Expertisecentrum
      • Licentievoorwaarden
  • Ondersteuning aanvragen
    • Hoe aanmelden?
  • Vrijwilligerswerk
  • ik wil steunen
    • Fiscaal aftrekbare giften
  • Sponsors
  • Contact
    • Katrol Oostende
    • Anzegem
    • De Haan
    • Diksmuide
    • Erpe-Mere/Haaltert/Lede
    • Geraardsbergen
    • Gistel
    • Herzele
    • Ichtegem/Eernegem/Bekegem
    • Ieper/Poperinge
    • Jabbeke
    • Koekelare
    • Kortemark
    • Kortrijk
    • Lichtervelde
    • Meetjesland
    • Melle
    • Middelkerke
    • Moorslede
    • Ninove
    • Oostkamp
    • Oudenaarde
    • Oudenburg
    • Rotterdam
    • Torhout
    • Vleteren / Lo-Reninge
    • Wetteren
    • Wevelgem
    • Zedelgem
    • Zottegem
    • Zwevegem

werkwijze

De Katrol : Een preventief ontwikkelproject met een een eclectische – integratieve visie

We kozen ervoor om De Katrol een preventieve inslag te geven en raakpunten met eender welke vorm van begeleiding te vermijden.
De taakomschrijving van de toekomstige welzijnswerker in het project en van de student in het gezin wordt gekoppeld aan de inhoud van het preventief karakter van De Katrol. Er zal in het project enkel sprake zijn van ondersteuning, geen begeleiding.

Hoe dient de hogeschoolstudent zich in het toekomstige studiegebeuren op te stellen?
“Als een jonge ouder die met gezond verstand het huiswerk van het betrokken kind bekijkt. Heeft hij vragen of bedenkingen over de leerstof dan stapt hij naar de ouders toe om raad. Krijgt hij op zijn vragen geen respons, dan gaan de ouders, eventueel samen met de student/ankerfiguur, naar de school om meer uitleg te vragen”.
De student staat naast de ouders en het is verder niet de bedoeling dat hij vooral specifieke geëigende leermethoden gaat aanleren om daarna bij de kinderen als ‘super’ leerkracht te fungeren. Het liefst willen we dat de kinderen hun huiswerktaken afwerken. Lukt dit niet, dan gaan ze oefenen.
De ouders moeten bij de studieondersteuning worden betrokken, zodat er op termijn een onderwijscultuur in het gezin wordt geïnstalleerd en dit los van De Katrol. De voornaamste betrachting voor de student is een positieve ervaring te realiseren voor zowel de kinderen, de ouders, de studenten, de leerkrachten van de basisscholen en de docenten van de hogescholen.
Door de preventieve visie van De Katrol wordt ook bewust gekozen om de ondersteuning al reeds op jonge leeftijd op te starten, met als focusgroep 3e kleuter, 1e en 2e leerjaar.

METHODIEKEN
Vooraleer we dieper ingaan op de hoofdmethodiek van het project en de andere onderliggende methodieken die het project zullen verrijken, willen we toch onze visie op het hanteren van methodieken verduidelijken.

De onderliggende methodieken van het project zijn handvatten om de vooropgestelde doelstellingen te schragen. We beperken ons niet tot één richting, stroming, theorie of methodiek. “Geen enkele stroming of methode is alleen zaligmakend of voor alle gezinnen, respectievelijk voor alle problemen, altijd het beste…” (Snellen)

We plukken bijgevolg deelaspecten uit methodieken en maken er een congruent geheel van. Door de jaren heen hebben we kunnen nagaan wat er voor ons, haalbaar en hanteerbaar is bij het werken met de cliënten. Voor alle duidelijkheid : geen intake, geen contract, geen handelingsplan, geen nazorg, enz.. De gehanteerde onderliggende methodieken willen we gebruiken als een beter kijk naar de betrokken gezinnen toe en niet om een hulpverleningsproces op te zetten..

Vanuit de eigen werkervaringen naar de hoofdmethodiek
Als hulpverleners zijn we meermaals tot de vaststelling gekomen dat aanwezig zijn bij onze cliënten een belangrijke meerwaarde bood in het hulpverleningsproces. We maakten tijd om er te zijn voor de ander, om te luisteren, hun onrecht te aanhoren, mee te rouwe, hen te steunen, hen op te beuren, …

Onze houding om naast ons cliënteel te staan verhoogt de kans om mee te leven, in te leven en adequate hulp te bieden. We gaven de cliënten het gevoel dat zij er niet alleen voor stonden en dat ons werk meer was dan een ‘nine tot five’ job. Een goede hulpverlener heeft vooral aandacht voor de tijdsinvestering ten aanzien van zijn cliënten. Aanwezig zijn bij cruciale momenten in hun leven.

Deze vorm van hulpverlening vraagt een zekere discipline en flexibiliteit van de persoon in kwestie. In het werkveld hebben we vastgesteld dat niet elke hulpverlener daartoe bereid of in staat is.

Hoofdmethodiek : Presentie theorie - A. Baart
Andries Baart (Universiteit Utrecht) heeft een eigen stijl qua woordenschat. Zijn vernieuwende kijk werpt een ander licht op het hulpverleningsaanbod bij sociaal uitgesloten mensen.

Vanuit onze ervaringen en de visies van de presentietheorie kwamen wij, als basis voor onze toekomstige werking, tot volgende uitgangspunten:
De Katrol wil er zijn voor de ander. In het gezin zijn er verschillende domeinen, waar de nodige aandacht naartoe kan gaan. We hebben weinig of geen formele voorwaarden. We sluiten ons aan op hun leefwereld en we richten ons niet expliciet op problemen. We delen hun vreugde en verdriet. We gebruiken hun alledaagse taal en het is de bedoeling dat we informeel en hartelijk zijn. We stappen ‘onbevooroordeeld’ naar de gezinnen toe (dossierkennis over de kinderen en de gezinnen is bijgevolg overbodig). We hebben een open agenda. Wat de gezinnen aanbrengen, daar gaan we mee aan de slag. We zijn ‘nederig’ en ‘dankbaar’.


Onderliggende methodieken
Systeemtheorie - Watzlawick
Contextuele invalshoek: I. Nagy
Structurele hulpverlening:  Minuchin
meer info zie boek “Van kansarm naar kansrijk?” Jean - Pierre Markey, 2009, Garant


Uniciteit van het project.

We zijn de mening toegedaan dat De Katrol zich van gelijkaardige projecten onderscheidt en dit op de volgende vier belangrijke punten:


  • ‘Present’ zijn in de gezinscontext
    Ouders zijn in de eerste plaats de opvoeders van hun kinderen. De vraag van de doelgroep: “leer ons kennen”, nemen we mee in het verhaal. Hierbij zullen we niet handelen over de gezinnen heen maar wel samen met hen aan gang gaan. We houden rekening met de gedachte dat de destructiviteit een start neemt wanneer de mediators niet handelen bij fysische of psychische kwetsuren bij het kind in de gezinscontext.



  • ‘Support’ bij ernstige gezinsproblemen die het gezin dreigen te ontwrichten
    Op vraag van de ouders gaan wij zo laagdrempelig als mogelijk en samen met hen op pad. Bij problemen zoals huisvesting, financiële problemen verwaarlozing enz. willen we ‘empoweren’, zodat de ouders in eerste instantie zelf het initiatief nemen. Indien dit niet lukt, komt er ‘support’ vanuit De Katrol. Het inschakelen van welzijnsorganisaties met goedkeuring van de ouders behoort tot de mogelijkheden. De Katrol is bijgevolg een ‘integraal ’project.



  • Installeren van een onderwijscultuur in het gezin
    Uit verschillende studies is bewezen dat de onderwijsgerichtheid van de ouders een belangrijke rol speelt in de slaagkansen van hun kinderen op school. De interventies van de studenten en de ankerfiguur waarbij de waarde van de studies van hun kinderen in ‘the picture’ wordt geplaatst, zullen op termijn hun effect hebben op de kijk van de ouders.



  • Multidisciplinair gebeuren van het project
    Tijdens de terugkommomenten, na de studie – en opvoedingsondersteuning, krijgen de stagiairs de kans om hun ervaringen met medestudenten uit andere disciplines uit te wisselen. Dit kan leiden tot boeiende discussies, een andere kijk, vernieuwende visies, beter inzichten. Vele studenten brengen deze verworvenheden in hun opleiding, wat tot een verrijking en verruiming kan leiden.


site by pcateljee.be